Alle hens aan dek voor de academisch opgeleide bètadocent

De bèta-lerarenmonitor: hoe staat het met de bètadocenten in het voortgezet onderwijs?

De bètafaculteiten van de universiteiten schetsen met een monitor een beeld van de situatie rondom de bètadocenten in het voortgezet onderwijs. De monitor is samengesteld op basis van uit landelijke cijfers en een eigen onderzoek onder bètadocenten. Uit de monitor blijkt dat er een hardnekkig tekort is, vooral aan de academisch opgeleide bètadocenten. De lerarenopleidingen doen er alles aan om dit tekort in de komende jaren terug te brengen.

Het tekort aan leraren in het voortgezet onderwijs is hardnekkig in een aantal vakken, waaronder de bètavakken wiskunde, scheikunde, natuurkunde en informatica. De meest recente modellen laten in 2031 voor deze vakken tekorten zien tussen 193 en 473 fte en relatieve tekorten tussen 8,9% en 63,8%. Omdat er relatief gezien zeer veel wiskunde-uren worden gegeven is het tekort daar in absolute zin het grootst hoewel het in relatieve zin het kleinst is. Voor informatica geldt het omgekeerde. Natuurkunde en scheikunde nemen een tussenpositie in.

Isabel Arends – decaan bètafaculteit Universiteit Utrecht: “Het belang van de academische gevormde leraar voor de klas mag niet worden onderschat. Het gaat om de ontwikkeling van toekomstige generaties in broodnodige kennisintensieve vakken”.

Deze globale aantallen geven de ernst van de situatie aan en er is een tekort aan zowel eerste- als tweedegraadsdocenten. De leeftijdsopbouw van het docentencorps is met name voor de eerstegraadsbevoegde docenten ongunstig: relatief veel eerstegraads opgeleide bètadocenten bevinden zich in de leeftijdscategorie boven de 55 jaar en deze mensen gaan dus binnen relatief korte tijd met pensioen.

Uit eigen onderzoek onder 855 bètadocenten uit het hele land blijkt dat deze ongunstige leeftijdsopbouw met name ook geldt voor de eerstegraadsdocenten die academisch zijn opgeleid. Bovendien blijkt dat het percentage academisch opgeleide bètadocenten nu ook al relatief laag is – in ieder geval lager dan de 85% die sinds het kabinet Rutte 2 als doel is gesteld is voor de bovenbouw. Alleen bij het vak scheikunde wordt deze drempelwaarde gehaald. Bij het vaak verplichte vak wiskunde blijft het percentage steken op 63%.

Pieter Duisenberg, voorzitter Universiteiten van Nederland: “De monitor van de bètadecanen laat zien dat er een groot tekort is aan academisch opgeleide docenten en dat dit steeds groter wordt. Ik roep iedere student die het leraarsberoep overweegt om zich te oriënteren op de vele opleidingsroutes naar het leraarschap. Dat kan bij je eigen universiteit of bij Onderwijsloket.com.”

De combinatie met de ongunstige leeftijdsopbouw maakt de conclusie verdedigbaar, dat het “alle hens aan dek”  is voor de academisch opgeleide eerstegraadsbètadocent. Samenleving én politiek vragen juist om meer academici voor de klas. Hoewel het tekort dus over de hele linie nijpend is, vragen deze cijfers om extra aandacht voor de academisch opgeleide docent. De universitaire lerarenopleidingen erkennen deze situatie en hebben veel initiatieven (flexibele routes, beta4all) opgezet om hierin verbetering te brengen.

Tenslotte laat het onderzoek zien dat de feitelijke salariëring van de eerstegraadsdocenten (hbo en academisch) gunstig is: tussen de 68 en 77% van alle ondervraagde eerstegraadsdocenten gaf aan in de hoogste salarisschaal (LD) te zitten.

#wordleraar

#beta-lerarenkamer

#beta-lerarenmonitor

#onderwijsloket

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

%d bloggers liken dit: